Giorgio, Dodo & the stingray

6 november 2019 - Cape L'agulha, Zuid-Afrika

Morgûh Jord, sorry man van gister. Ik weet niet meer wat ik gezegd heb maar het was vast onaardig en ongemeend. Jord opent langzaam zijn ogen, onze blikken vinden elkaar en we schieten in de lach. Sorry Do dat we je achterlieten. Ik heb sinds het surfen al last van mijn voet en loop wat minder snel dan normaal. Geeft niet, had ik maar door moeten lopen toch, zeg ik met een glimlach.
Beduusd, beschaamd en gnuivend zitten we beneden op de bank. Wij mogen nooit meer wijn drinken! Slecht idee! We weten de halve avond niet meer, wat zullen die gasten wel niet van ons gedacht hebben. Wonderbaarlijk voel ik me prima, Jord daarentegen heeft een enorme kater. Hij trekt steeds witter weg en wil op bed liggen. Jammer joh, want vandaag huren we een auto en rijden zelf naar cape l' aghulas. Aankomende twee dagen is het mijn beurt om te rijden. Jord is veel te brak en hij heeft de helse rit van Joburg naar Hoedspruit al gereden waarbij de tijd alleen leek op te lopen in plaats van af te lopen.

Cape l' Aghulas is het meets zuiderlijke punt van Afrika waar de Indische ocean en de Atlantische ocean in elkaar overlopen. Jord heeft hiervan foto's op Google gezien en het ziet er indrukwekkend uit. De weg ernaartoe is alsof we door een reisgids bladeren, zo mooi. Door de groen en geel gekleurde bergen en langs zee. De backpackers waar we verblijven is fel gekleurd, vrolijk en geeft een tropisch gevoel. Als de vrouw die daar werkt ons direct wil boeken voor een wittehaai duiktour, stemmen we daar mee in. We moeten de volgende dag dan alweer om 5 uur opstaan en weer een uur terugrijden. Daar voelen we bij nader inzien toch niks voor, we zijn er net en willen relaxen. Daarbij is de kans klein dat je écht een witte haai ziet, dan is het zonde van ons geld. Om deze redenen annuleren we de boeking, niet omdat Jord het nu al benauwd krijgt bij het idee.
Het meest zuidelijke punt valt tegen, (geen vuurwerk), geen overgang van kleur te zien, geen temperatuur verschillen te voelen en ook geen punt waar je naartoe kan lopen voor een foto.
We eten in een traditioneel Afrikaans restaurant, eindelijk!! Ik bestel mijn lang verwachte lievelings gerecht boboti. Jord neemt een 500gr steak, minder traditioneel maar wel van een Afrikaanse koe. Die zijn toch anders, minder procent vet in vergelijking met een Europese, volgens de kaart in ieder geval.

Cape L'Aghulas heeft nog een plaatselijke beroemdheid die we graag willen ontmoeten. Een enorme pijlstaart rog (en zijn familie). Op advies van de eigenaresse halen we bij de viswinkel een zak bevroren vissen en lopen naar het strand naast de haven. Een eind verderop hebben we de schaduw al in het water gezien, nu moeten we hem alleen nog zien te lokken. We ontdooien de visjes en staan als twee jan jokers tot onze knieën in de golven met gebogen bovenlichaam om de zak onder water te houden. We worden overspoeld door golven en alleen meeuwen lijken aangetrokken te worden door onze poging. Ik besluit te gaan kijken of ik de rog verderop nog kan vinden maar ik zie de schaduw nergens meer. Wanneer ik terug loop zie ik Jord enthousiast zwaaien. Hij is door het dolle, de rog is gekomen en hij heeft hem al gevoerd. Als twee kleine kinderen in een ballenbak, zo blij, rennen we met de visjes in het water omstebeurt om de rog te voeren. Wat een magnifiek beest! Zijn mond zit helemaal onder, in het midden van zijn platte lijf. Om hem te voeren moet je volledig op de knieën met je arm onder hem door. Hij glijdt dan met zijn ferme maar zachte lichaam over je arm heen. Wauw!
Gelukzalig beginnen we aan de terugreis naar Gansbaai. Van het mooiste hostel naar het beroerdste hostel van onze reis. We komen aan bij een leeg pand waar alleen een schoonmaakster aanwezig is. Gansbaai is de baai voor de marine activiteiten en we willen of een witte haai zien of op walvissentour doen dus we blijven hier voor één nacht.
Het eerste is niet meer mogelijk maar als de eigenaar na driekwartier aankomt zetten regelt hij wel een avond boottocht om op zoek te gaan naar walvissen. Even zijn we bang dat we geen reet gaan zien maar niks is minder waar. Op de boot is Jord de eerste van de groep die walvisvinnen ontdekt in het water. We naderen vier walvissen die zelfs vanaf deze afstand adembenemend groot zijn.